PROTESTANTSE GEMEENTE GROLLOO/SCHOONLOO |
Zondag Anders Grolloo
Preek van de leek.
Egbert Meijers
7 februari 2016 NH Kerk Grolloo
Goeiemorgen!
Het is een bijzonder moment voor mij, dat ik vandaag de Preek van de leek mag doen, hier in de Nederlands Hervormde kerk van mijn geboortedorp. En misschien is het voor jullie wel net zo’n bijzonder moment. Wat fijn dat jullie er allemaal zijn om deze gebeurtenis met mij te delen. In het Drents zeggen we dan: Bliede daj der bint!
Mijn bijdrage vanmorgen, ik wil het geen preek noemen, heeft als rode draad: het maken van keuzes en de gevolgen daarvan. De eerste keus die ik maakte heeft betrekking op de taal. Ik spreek Nederlands ipv mijn moedertaal Drents. Dat heeft verder geen bijzondere reden. Ik ga wel een paar Drentstalige liedjes doen.
Grolloo neemt een bijzondere plek in in mijn leven. Ik kom hier nog geregeld en het voelt altijd goed hier te zijn. Sinds 1965 is er een muzikale dimensie aan Grolloo toegevoegd die maar weinig andere plekken in Nederland hebben. De blues en Harry Muskee zorgden ervoor dat Grolloo een bijzondere plaats inneemt in de geschiedenis van de muziek. Daardoor zie ik mezelf af en toe in zwart-witte beelden op televisie als ik op mijn witte Puch door het beeld schuif en Harry en ik elkaar groeten. De blues, Harry Muskee en Grolloo vormen een soort heilige blues drie-eenheid. Ik ben blij dat ik tot het laatst zijn vriend mocht zijn.
Ik wil de kerkenraad en dominee Gerhard ter Beek van harte bedanken voor het vertrouwen dat ze blijkbaar in mij hebben door mij de eerste de beste Preek van de leek maar gelijk het spits te laten afbijten.
Want het spits afbijten: dat is niet zomaar iets! (opgezocht) Van oorsprong sloeg het spits afbijten op de situatie waarin een aantal soldaten of krijgers als eersten op de vijand toeliepen. Zij liepen in de spitsen van de lansen die de vijand hun toestak waardoor het gevecht voor de anderen die achter hen aankwamen gemakkelijker werd! Ik weet niet of ze dát nou voor ogen hadden door mij als eerste uit te nodigen!?
In ieder geval hoop ik dat ik dat we er vanmorgen met z’n allen zonder kleerscheuren vanaf komen! Jullie lijken me niet gevaarlijk en ik heb ook nog geen hooivork of een vat met pek en veren gezien!
Ik ga een persoonlijk verhaal vertellen en dat duurt langer dan een preek. En we gaan nog samen zingen ook! Dan weten jullie waar je aan toe bent.
Mijn eerste ervaring met deze kerk was toen ik hier Nederlands Hervormd gedoopt werd. Ik weet daar niets van. Het was gebeurd voor ik het in de gaten had!
Mijn moeder was in haar jonge jaren een trouw kerkganger en zij liet mij hier dopen. Mijn vader was meer wat je zou kunnen noemen: Drents Hervormd. Alleen op hoogtijdagen in de kerk en dan nog alleen als het werk het toeliet. Want: Koeien gingen voor de kerk!
Maar ik weet dat hij het antwoord op zijn levensvragen vond tijdens zijn werk op het land, met de paarden en het vee en in de natuur die hem zo lief was.
Welke hoop en verwachtingen mijn moeder bij mijn doop had, weet ik jammergenoeg niet.
De tweede ervaring met de kerk weet ik nog wel: dat was ook gelijk mijn allereerste optreden. Als 8-jarige had ik een glansrol hier in de kerk, in het kerstspel. Ik was een schaap.
Dat was een bijzondere gebeurtenis waar ik verder geen enkele invloed op had: maar ineens kreeg ik in de gaten dat ik bij de schaapachtigen was ingedeeld. Enorme afknapper was dat! Want natuurlijk was ik liever Jozef geweest die met Maria op stap was! Maar, dat bleek niet voor mij weggelegd.
Door die teleurstelling ervoer ik al op jonge leeftijd dat je niet altijd maar kunt gloreren op het podium van het leven. Ik maakte kennis met bescheidenheid.
Maar… er is ook altijd hoop, want het kerstspel in het daarop volgende jaar was ik gepromoveerd: nu was ik herder. Ik was de baas over de kudde! En dat zouden die schaapachtigen geweten hebben, als drie wijzen niet hadden ingegrepen: de schooljuffrouw, de dominee en mijn moeder!
De Preek van de Leek. Een preek verzorgen, ja: hoe doe je dat?
Gelukkig heb ik in het gesprek met Gerhard ter Beek vorig jaar oktober bij mij thuis, het een en ander kunnen voorbespreken. We ontdekten tijdens ons gesprek een paar overeenkomsten in onze achtergrond. En het deed me goed te merken dat hij een fijn gevoel voor humor heeft.
Het is vandaag trouwens 100 jaar geleden dat zijn vader geboren werd: en dus is het ook een bijzondere dag voor jou, Gerhard!
Om te beginnen neem ik jullie mee terug naar de situatie van de kerk in Grolloo in de jaren 50 van de vorige eeuw. In het boekje: ‘Vijftig huizen en een kerk’ uit 1953 ter gelegenheid van het 100 jarig bestaan, schreef toenmalige dominee Van Ruijtenberg:
Wat hebben wij gedaan met hetgeen eens voor onze voorouders zo'n kostbaar, moeizaam verworven bezit was? Wat hebben wij er van gemaakt?
Met het oog op de tijdgeest en de huidige organisatie van de Ned. Herv. Kerk, is er reden voor de vraag: Tot hoelang zal dit duren? Zullen wij onze zelfstandige gemeente kunnen handhaven? Daarop zullen wij, en het geslacht dat nu opgroeit, toch wel degelijk een antwoord moeten geven. Dat geslacht zijn wij nu.
Dominee Van Ruijtenberg stelt ook de vraag: Waarom valt de kerkgang velen zo moeilijk? Hij constateert dat de sociale verhoudingen mensen vroeger dwongen naar de kerk te gaan. Je moest gewoon, omdat andere dorpsgenoten ook gingen.
En nu is het andersom, schrijft hij met spijt.
Het stond er ruim 60 jaar geleden niet zo goed voor met de plaats van de kerk in het dorpsleven van Grolloo. Hij eindigt met: Wij willen ons niet in toekomstmogelijkheden verdiepen. Onze tijd vraagt heden wel, en ook in de kerken en ook in Grolloo, mensen met volharding en verantwoordelijkheidsbesef.
Dat waren de woorden van de dominee die mij doopte en hij had blijkbaar een voorgevoel van de nieuwe tijd die er aan zat te komen.
Vandaag zijn wij met z’n allen die nieuwe tijd. En de kerk is nog steeds in gebruik!
Volharding en verantwoordelijkheidsbesef: toen ik die woorden las, herinnerde ik mij die uit mijn diensttijd bij de Marine Luchtvaart Dienst. De basisopleiding in Hollandsche Rading werd afgesloten met twee oefeningen die je met je ‘Bak’ moest afleggen; een mars-en- roeitocht over de Loosdrechtse Plassen en de Vecht en een tempo-mars in de omgeving van Hollandsche Rading. Ze werden de Volharding en de Eensgezind genoemd.
Maar volgens mij is er naast het militaire volharding en eensgezindheid nog iets anders óók nodig om een kerkgemeenschap in stand te houden: dat is dat je de essentie van het geloof begrijpt en aanvaardt en wilt delen met andere gelovigen.
Waarom valt de kerkgang mensen zo moeilijk: onze cultuur is na de Tweede Wereldoorlog sterk veranderd, gezagsverhoudingen zijn veranderd en daarmee ook de taal. Het werd allemaal informeler. De dominee was in mijn jeugd een buitenstaander, een beetje ‘n grijze figuur die in hoogdravende taal sprak. En ik begreep het niet.
Tijd heeft tegenwoordig een andere betekenis dan in de jaren 50: gezinnen bestaan nu merendeels uit tweeverdieners en er worden andere maatschappelijke en sociale eisen aan gezinnen en hun kinderen gesteld dan vroeger. Kinderen moeten naast school naar allerlei clubs en ouders rijden af en aan. We hebben altijd haast. Tijd is, zeker in jonge gezinnen, een andere waarde geworden, en helemaal bij alleenstaande ouders.
Grolloo is niet meer vergelijkbaar met 50 jaar geleden. Ik weet nog dat de sirene (de hoel) van de melkfabriek de middagpauze aangaf. En als boeren elkaar tegenkwamen met paard en wagen, dan hielden de paarden vanzelf stil, omdat ze wisten dat die boeren even een praatje gingen maken. Er was nog tijd voor zoiets. Toen kwam uit Brussel de nieuwe landbouwpolitiek van Sicco Mansholt met ruilverkaveling, schaalvergroting en mechanisatie.
Nu zijn er nog maar een paar boeren en die zitten met alle vormen van techniek en draadloze communicatie in hun eentje in ’n comfortabele trekker op het land en hebben geen tijd meer voor social talk. Met het mobieltje en de computers zijn we overal bereikbaar en hebben we verbinding met de hele wereld. En tegelijkertijd schept dat afstand.
De cooperatieve zuivelfabriek en korenmalerij die de Grollooënaren net als de kerk in de 19de eeuw zelf stichtten, is inmiddels afgebroken en niets herinnert er nog aan waar ie ooit stond. We mogen hopen dat de kerk aan hetzelfde lot ontsnapt en niet in handen valt van een projectontwikkelaar die er heilige huisjes bouwt!
Misschien vragen jullie je intussen af: ben je nou ook gelovig of niet? Ik kan me die vraag voorstellen en ik zal proberen daar een antwoord op te geven. Dat is niet eenvoudig ja of nee!
Wat de kerk zelf betreft: ik kom eigenlijk alleen in de kerk als er een bijzondere aanleiding toe is. Vandaag dus of bij een concert of een sterfgeval. De kerk beschouw ik als een gebouw met een bepaalde functie en symboliek. Voor mijn geloof hoef ik niet naar de kerk.
In mijn beleving is geloof iets dat heel persoonlijk en uniek is en dat in de kern los staat van een plaats of gebouw.
Ik geloof niet in het bestaan van een soort superwezen die de mens schiep naar zijn eigenbeeld. Met al mijn tekortkomingen kan ik mezelf niet voorstellen als een superwezen.
De mens als Gods eigenbeeld. Want hoe zit dat dan precies? Wetenschappers hebben bewezen dat er verschillende mensensoorten op aarde rondliepen en ze vinden er steeds meer: er waren al zo’n 25 mensensoorten bekend! Wie van die 25 leek op God?
Onlangs nog bleek dat er naast de moderne mens in China ook nog een andere, kleinere mensensoort had bestaan. Nr 26. Dan denk je toch, als God daar zelf de hand in heeft gehad, heeft ie behoorlijk zitten experimenteren!
Nu heeft de mens vele gedaanten en misschien wist de Schepper ook niet zo goed wat nou zijn ware evenbeeld was. Als dat zo is, dan zou het ook maar zo kunnen dat hij nog steeds niet tevreden is over wat wij er tot nu toe van gebakken hebben. Want laten we het maar niet hebben over de natuur en het klimaat en al dat gegraai en die oorlogen en dat Feyenoord weer geen kampioen wordt! En wat zou hij denken van al die kerkelijke afsplitsingen? Je zult maar Schepper zijn!
Het zou dus ook maar zo kunnen dat God stiekum nog steeds aan het experimenteren is! Het wachten is dan tot nr 27 ontdekt wordt.
(U begrijpt, ik ben als leek een beetje aan het plagen.)
In Genesis in het Oude Testament staat dat God hemel en aarde schiep. Deze winter volgde ik colleges over het ontstaan van het heelal, de planeten, de aarde en de vormen van leven die door de miljarden jaren heen op aarde aanwezig waren. Die lezingen worden gegeven door professoren en andere geleerde heren.
De bewijzen waarover ze praten laten geen spaan heel van een goddelijke schepping van hemel en aarde en alles wat daar op leeft. Er is allang voordat de mens op aarde verscheen minstens 5 keer een alles vernietigende ramp geweest die al het leven op aarde uitroeide, waarna het opnieuw begon. Was dat ook het werk van God, vraag je je dan af?
Wetenschappelijke feiten hebben er dus toe geleid dat aannames van het geloof bijgesteld werden. Hoe meer de wetenschappers onderzoeken en bewijzen, hoe minder ruimte er overblijft voor God, zou je kunnen zeggen. Het merendeel van de wetenschappers is dan ook niet gelovig.
Maar: is dat de reden waarom je niet in God gelooft?
Nee…. Laat ik het zo zeggen: hoewel er dus steeds minder ruimte is voor een opperwezen heeft de wetenschap nog nooit kunnen aantonen dat God niét bestaat. Ze hebben het gewoon niet kunnen bewijzen!
Aan de andere kant, hebben christenen ook nooit het feitelijk bewijs kunnen leveren dat God wél bestaat. Dus: blijft er alleen een geloven in God over.
Dat doet je toch weer denken aan een uitspraak van Johan Cruijff. Die zei: Ik geloof niet. In Spanje slaan alle 22 spelers een kruisje voordat ze het veld opkomen, als het werkt, zal het dus altijd een gelijkspel worden. Cruijffiaans geloof…
Waarom zou je geloven in iets dat waarschijnlijk niet of mogelijk wel bestaat? Met die vraag heb ik lang zitten puzzelen. Ook in de maandelijkse gespreksgroep olv theoloog en filosoof Jan Vaessen, die behalve onze buurman ook voorganger is in Gasselte.
Ik ben tot de conclusie gekomen dat ik niet in een Goddelijk wezen geloof. Maar…..: ik geloof wel ondanks weten en geloven, dat er ruimte is voor iets dat net zo belangrijk is als geloven en weten. Ik geloof nl. in de spiritualiteit die in ieder mens zit.
Dit liedje gaat erover.
Lied: Man op de Hei
Het christendom is het grootste geloof op aarde en biedt twee miljard mensen over de hele wereld houvast en geeft richting aan hun leven. Dat respecteer ik, zoals ik ook alle andere vormen van geloof respecteer.
Helaas zijn er ondanks de boodschap van naastenliefde in bijna alle religies, vanaf het begin van de bijbelse geschiedenis, steeds weer conflicten en oorlogen ontstaan. Ook het christendom is met soldaten mee, te vuur en te zwaard over de wereld getrokken. Veel volken met een eigen geloofscultuur zijn uitgemoord of onderworpen en gedwongen hun eigen religie af te zweren en over te gaan tot het christendom. In veel gevallen was het gevolg van Europese christelijke overheersing, dat die volken totaal ingestort of verdwenen zijn. Denk bijvoorbeeld aan de oorspronkelijke bewoners van Noord- en Zuid-Amerika. Je zou kunnen zeggen dat de rijkdom aan verscheidenheid van geloven en culturen geslachtofferd is omwille van het christelijk geloof.
Helaas is er in het Midden-Oosten, de bakermat van onze beschaving, opnieuw een complexe oorlog in het altijd al zo onrustige gebied: nu tegen de Islamitische Staat. Maar het gaat natuurlijk vooral ook om de olie daar.
No boots on the ground, is het credo van de Amerikaanse president Obama. In tegenstelling tot zijn voorganger -George W. Bush- stuurt hij geen grondtroepen maar wel gevechtsvliegtuigen en drones. Naast de Amerikanen, de Engelsen en wij met z’n allen nu ook, bombarderen ook de Russen vrolijk mee. Da’s vooral leuk voor de wapenindustrie, want die kunnen weer allerlei nieuwe technische snufjes in de praktijk uitproberen! Mijn bom is lekker slimmer dan die van jou!
Onschuldige mensen –kinderen vooral- zijn het slachtoffer: en blijkbaar een ingecalculeerd en aanvaard risico. Maar bommen lossen niks op. Het is een ding dat alleen maar kapot maakt. Meestal leiden bommen tot een ernstige reactie die nieuwe problemen veroorzaakt. Want als je ruzie hebt met de buren en je smijt een dikke flint door de ruit, is het probleem nog niet opgelost, toch?
Het is zo verschrikkelijk wat daar gebeurt en het raakt mij diep. En toen ik reclamefolders zag van vakanties op de Middellandse Zee dacht ik: hoe kun je als weldenkende westerling tegenwoordig daar nog op een strand liggen als je weet dat in dat water duizenden vluchtelingen zijn verdronken en nog steeds verdrinken?
Iemand schreef op Facebook: Als de terroristische acties in Parijs een minuut stilte verdient, dan verdient Syrië het dat de hele wereld voor altijd stil blijft!
De hulpeloze en onschuldige gezinnen in Syrië, kunnen niet anders dan hun kapotgeschoten huizen en straten verlaten en naar het rustige en veilige Europa vluchten.
Een vriendin die het COA in Drenthe leidt en de vluchtelingen dagelijks meemaakt zei: die gezinnen komen naar het rustige Europa omdat ze een toekomst zoeken voor hun kinderen. Ik zou dat ook doen voor mijn kinderen, en ik denk jullie ook!
Er zit ook tuig tussen, helaas. Maar dat zit wekelijks ook in onze voetbalstadions.
Het gevolg van onze bombardementen is dat de weerstand tegen alles dat westers en christelijk is, alleen maar groeit. Tot in het extreme toe, want oorlog is tegenwoordig niet meer twee of meer landen die met duizenden soldaten en tanks tegenover elkaar op een slagveld staan. Oorlog is een onzichtbare soldaat die veilig achter een beeldscherm een onbemande onzichtbare bommenwerper bedient boven elk land en elke stad waar ze dat ze maar willen. Oorlog is ook een terrorist met een bomgordel en een kalashjnikov in een cafe, theater, school of een kerk.
We zijn nergens meer veilig en dat is indirect een gevolg van onze bommen.
Wat heeft dat allemaal met geloof te maken, vraag je je misschien af?
De laatste tijd heb ik veel nagedacht over de vraag: Waarom raakt het westen steeds weer betrokken bij conflicten? In een artikel in Vrij Nederland van 25 oktober 2015 las ik de waarschuwing van de NL antiterreurexpert Peter Knoope. Hij zegt: Een groot deel van de wereld haat ons. Wat wij vooruitgang vinden, vinden zij neokoloniaal. We denken nog altijd dat we moeten democratiseren, en dat onze seculiere vooruitgangsgedachten enige relevantie hebben in een wereld waarin het merendeel van de mensen antiwesters is. We hebben geen idee van wat zich aan het ontwikkelen is. De woede, de ontevredenheid, de antiwesterse sentimenten. Onder dat kleine groepje mensen dat gemobiliseerd is door de IS en daadwerkelijk de stap naar barbaars geweld wil zetten, zit een zee van mensen die goed begrijpen waarom die mensen dat doen.
Een andere deskundige is de Engelse journalist en schrijver Robert Fisk. Hij woont en werkt al lang in het Midden-Oosten. In het Belgische blad MO* Magazine las ik het interview met hem en daarin zegt hij:
Na 39 jaar werken als correspondent in het Midden-Oosten heb ik het gevoel dat er aan dit conflict nog een dieper liggende laag is die zelden duidelijk uitgesproken wordt, en die met vernedering te maken heeft. Moslims zijn mensen die hun geloof niet verloren hebben en nog steeds in God geloven. Zij geloven dat de Koran het woord van God zelf is dat aan de profeet Mohammed gegeven werd. En dat geloof bepaalt grotendeels de manier waarop ze omgaan met familie, het bepaalt vriendschappen, verraad, liefde.
Wij, in het Westen, zijn grotendeels ons geloof kwijtgeraakt en weinigen gaan nog naar de kerk. Wij leven met liberale waarden, wij geloven in Amnesty International en Human Rights Watch. Daarom gaan de boeken die we lezen niet over moslims en christenen, of over het Midden-Oosten en Christendom, maar over moslims versus het Westen.
De grote onderliggende vraag is dan ook: hoe komt het dat een volk dat zijn geloof behouden heeft –zowel politiek, economisch, cultureel, sociaal én militair- gedomineerd wordt door een volk dat van zijn geloof gevallen is?
Cultuurtheoloog Frank Bosman die is verbonden aan de Faculteit Katholieke Theologie van de Universiteit van Tilburg, geeft antwoord op die vraag. Hij zegt: De grootinquisiteur zit in alle christenen: ik weet hoe zit en dat zal ik jou even goed inprenten!
Dat is een harde boodschap, die een christen liever niet hoort! Maar er zijn al 2000 jaar teveel voorbeelden om het te ontkennen en naast ons neer te leggen.
We moeten onder ogen willen zien dat de houding tegenover ‘het westen’ een gevolg is van het eeuwenlang door westerse en christelijke waarden en normen gevoed en ondersteund denken en handelen. Dus: Eigen schuld, dikke bult. Wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten.
Wij komen vandaag of we willen of niet in aanraking met vluchtelingen. Vluchtelingen opvangen is eigenlijk het paard achter de wagen spannen. Maar vluchtelingen de rug toekeren is naar mijn idee je kop in het zand steken en je verantwoordelijkheid afwijzen.
Natuurlijk moeten we het doen, barmhartig zijn, (kunnen we dat eigenlijk nog in 2016?) maar we moeten beseffen dat vluchtelingen een gevolg zijn van keuzes die onze politieke vertegenwoordigers maken. Maar die vluchtelingen vervolgens 5, 10 of zelfs 15 jaar in onzekerheid laten, en wel op een achternamiddag besluiten tot het bombarderen van Syrië kan ik niet begrijpen en accepteren. De vraag is: wanneer de mens in de politicus opstaat en zijn of haar barmhartigheid laat zien!
Eerder heb ik me betrokken getoond bij kinderen in oorlogsgebieden. Onder andere blijkt dat uit mijn liedjes als Waorum de wereld braandt, Engeln boven Bosnië en Genog is genog.
Daarom heb ik ervoor gekozen de collecte vandaag te bestemmen voor de stichting Warchild waar ik donateur van ben. De mensen van Warchild doen goed werk in het Midden-Oosten door kinderen in oorlogsgebieden te beschermen, op te vangen en te leren omgaan met hun trauma’s. Ik heb Warchild gevraagd mij te helpen met informatie en ze stuurden deze box waar je een gift in kunt achterlaten. (doorgeven) Ik hoop dat je je hart laat spreken. Het tractement van 150 euro dat ik voor deze Preek krijg, geef ik ook aan Warchild. Namens die kinderen op de vlucht zeg ik alvast: dank jullie wel!
In de jaren 90 schreef ik het lied Engeln boven Bosnië. De titel heb ik aangepast en het lied heet nu Engeln boven Syrië. Het lied begint hier dichtbij: op Voormalig Kamp Westerbork.
Lied: Engeln boven Syrië
Hoe kunnen wij als al-dan-niet-gelovigen ons anders gedragen? Wat is de juiste houding? Het antwoord staat naar mijn idee in zowel de Bijbel, de Tanach als de Koran en ligt in de waarden van het geloof van Jezus. Dat moet centraal staan in plaats van het geloof in Jezus. De Bergrede is van onveranderde kracht en geeft bruikbare richtlijnen. Met een paar voorbeelden zal ik proberen uit te leggen wat ik bedoel.
Nelson Mandela. Toen hij na 27 jaar in eenzame gevangenschap vrijkwam was hij niet verbitterd. En hij was hij niet uit op wraak op de mensen van het wrede blanke regime die hem gevangen hielden. Mandela sprak woorden van vergeving en hij bleef zijn levenlang bevriend met Christo Brand, zijn blanke bewaker in de gevangenis op Robben Eiland.
Martin Luther King organiseerde in Amerika in de jaren 60 geweldloos verzet. Hij probeerde de kloof tussen zwart en wit te overbruggen en hij sprak niet van woede en wraak, maar over zijn droom: Ik heb een droom dat op een dag, op de rode heuvels van Georgia, de zonen van voormalige slaven en de zonen van voormalige slavenhouders in staat zullen zijn samen aan te schuiven aan een tafel van broederschap. Die droom van Martin Luther King ontroert mij tot op de dag van vandaag door de kracht die er inzit. Vergeven is het sleutelwoord, dat ook in verschillende Bijbelteksten aangehaald word.
Eerder had ik het even over keuzes en de gevolgen daarvan. Ik zal met een paar andere voorbeelden proberen mijn gedachten verder toe te lichten.
In 2009 bracht ik met een cameraman van tv Drenthe en twee vrienden een bezoek aan Ground Zero in New York vanwege een gecancelde vlucht naar Austin in Texas waar ik ging optreden. Toen waren ze nog steeds bezig met het weghalen van puin van 9/11. Toen ik op de plek van die dramatische gebeurtenissen was, dacht ik na over de woorden van president George Bush die hij op die plek uitsproken had: Wie niet voor ons is, is tegen ons.
We weten wat het gevolg is: duizenden dode soldaten, een miljoen burgerslachtoffers en nog eens miljoenen mensen op de vlucht. En 10.000 kinderen, spoorloos verdwenen.
Wat zou er gebeurd zijn als Bush die miljarden dollars die hij in de oorlogindustrie stopte in een vredesproces had gestoken?
Wat zou er gebeurd zijn als hij geen B52’s met bommen naar het Midden-Oosten had gestuurd, maar vliegtuigen met vredesapostelen met een bijzondere opdracht van de president: geen oog om oog, tand om tand, geen bommen van wraak, maar een gebaar van vergeving en een uitnodiging tot verzoening.
Wat zou er gebeurd zijn wanneer Bush een gebaar van mens tot mens had gemaakt, indrukwekkend door zijn imponerende kracht, sterker dan al die bommen bij elkaar!
We weten wel waarom Bush er niet voor koos: Welvaart draait op olie en daarom worden dictators en andere criminelen gesteund zodat wij toegang houden tot die bronnen.
En de machtige wapenindustrie, en wapenhandelaren en hun financiers hebben natuurlijk ook geen enkel belang bij vrede.
Door de keuze voor geweld stroomt er vanaf het begin van het Christendom, via de Kruisvaarders tot het werk van IS al 2000 jaar een rivier van zinloos vergoten bloed….
Kun je het bloedvergieten stoppen? Natuurlijk kan dat! Er hoeft alleen maar een andere keus gemaakt worden. Geen flint door de ruit, maar aanbellen en zeggen: zullen we met elkaar praten.
In 1977 deed president Anwar Sadat van Egypte dat. Hij was een moslim die naar de joodse vijand Israël ging en hij sprak met premier Menachem Begin en in de Knesset! Door de veldslagen die ze daarvoor hadden was de afstand alleen groter geworden en het wantrouwen versterkt. Sadat maakte een gebaar van verzoening. Daardoor kon er vrede komen tussen Israël en Egypte!
Verzoening is geen teken van zwakte! Integendeel: het is een kracht met een totaal andere dimensie van denken en handelen. Je kunt er verder mee als volk.
Mahatma Gandhi, deed dat ook. Hij nodigde de Engelse overheerser van India uit en ontving hem niet met wapens in de aanslag of een ijzeren vuist, maar met een kopje thee! Die ontmoeting leidde tot de vrijheid van India!
Zullen we praten, genoeg is genoeg… Over 9/11 schreef ik een lied en het filmpje dat erbij hoort is in 2007 gefilmd in New York op Ground Zero en het staat op YouTube:
Lied: Genog is genog
Genoeg over oorlog en strijd. Laten we het over geluk hebben. Geluk is iets waar ik de laatste tijd veel over heb nagedacht. Naar mate je ouder wordt besef je hoe kort het leven maar is. En de vraag dringt zich op: wat heb ik er van gemaakt? En wat laat ik achter?
In de Bijbel wordt de Bergrede van Jezus wel de Grondwet van het Koninkrijk van God genoemd. Jezus spreekt over geluk in de gelukzaligsprekingen. Maar wat is nou eigenlijk geluk?
Herman Finkers sprak over zijn kijk op geluk. Hij zei: Ik besef heel goed dat geld alleen niet gelukkig maakt. Daarom heb ik óók een zeiljacht! Tsja, humor is de grondwet van Finkers….
Geluk is naar mijn idee iets geestelijks, geluk zit niet in geld of dingen. Misschien kun je in een zeiljacht of een Ferrari wel even heel gelukkig zijn. Maar dat geluk is zomaar weer weg en dan moet je weer iets anders om gelukkig van te worden, maar zelfs twee Ferrari’s helpen je niet… want ja: Bezit van de zaak, is einde van het vermaak.
Een van de rijkste mannen op aarde -Steve Jobs (Apple)- zei op zijn sterfbed: Ik begrijp nu pas dat als je genoeg geld hebt voor de rest van je leven, dat je doelen moet nastreven die niets met rijkdom te maken hebben.
Toon Hermans relativeerde rijkdom op zijn eigen humorvolle manier, hij zei het zo: Wat heb je aan al die miljoenen Piet, als je piesen moet en je kan het niet….
Terug naar geloof en geluk: In 2011 zag ik het boek: De kunst van het geluk. Gesprekken met de Dalai Lama. Een boek over hoe de boeddhist Dalai Lama naar het leven kijkt. Ik kocht het boek en dat had gevolgen, zo bleek later.
De Amerikaanse psychiater Howard Cutler en schrijver van dat boek vraagt de Dalai Lama: wat is de reden van de mens op aarde. Er is maar 1 reden, zegt de Dalai Lama: het zoeken naar geluk. En hij legt dat uit: er zijn twee dagen in je leven waar je geen grip op hebt: gisteren en morgen.
Dat is waar!
Want wat gisteren gebeurde kunnen we niets meer aan veranderen. En wat er morgen gebeurt, dat weet niemand.
Wat wij allemaal het liefste willen is gelukkig zijn, zegt de Dalai Lama.
Dat mag je dus nu proberen te voelen. Je mag jezelf vergeven voor de dingen die je nu anders zou doen. Kies ervoor, ga op zoek naar je geluk en koester het! Nu!
In Drenthe hebben we er ook een mooie spreuk over: Gister dat was gister, maor vandaog is vandaog!
Wat mij echt verbaasde was de eenvoud van zijn uitleg. Maar, natuurlijk: gelukkig worden gaat niet vanzelf, het is zeker niet gemakkelijk! Het is soms een worsteling. Maar een goed begin is je realiseren dat jouw geluk niet afhankelijk is van materiële dingen. Als je je aandacht naar binnen keert en het geluksgevoel bij jezelf opzoekt dan blijkt het er altijd te zijn. Klaar voor gebruik! En je mag zelf kiezen!
We zijn maar een korte tijd op aarde en mogen genieten van de mooie dingen die het leven biedt! Dus: laat je verdriet, boosheid of pijn van gisteren los en kies voor geluk en tevredenheid!
Ik zie jullie denken: Nou Meijers: dat klinkt als een fraai staaltje amateurpsychologie!
Maar het werkt echt! Ik praat uit ervaring en het is mijn sterke overtuiging dat het een mogelijke weg is naar vrede en saamhorigheid. Wil je gelukkig zijn, dan moet je dat niet uitstellen!
En weet je wat het mooie is, je hoeft helemaal niet eerst te sparen voor die Ferrari.
Hoe ik geluk ervaar? Gewoon, hier en nu of als ik met mijn familie of vrienden ben, of met fans. Of als ik bij de Drentscha Aa zit, in gesprek met een kameraad of vriendin, als ik naar mooie muziek luister, als ik in de ruimte ben van het Ballooërveld, of bij een prachtige zonsopkomst of avondstilte. Ik ervaar een groot geluk als met een paar maanden de Boerenzwaluwen weer terugkeren op de nestjes bij ons in de schuur. En vooral ervaar ik geluk in het samenzijn met mijn vrouw en dochter.
Lied: Liefste
Als je tegenwoordig naar sommige van de politieke partijen kijkt roept dat herinneringen op aan de zondagavond en het VPRO-programma van Van Kooten en De Bie. De heren Jakobse en Van Es: weet u dat nog? Ze hielden ons jaren geleden al een spiegel voor met: De Tegenpartij. Weten jullie hun verkiezingsleus nog? Samen voor ons eigen.
Destijds geloofden wij in de tolerante Nederlandse samenleving. Tegenwoordig wordt dat geloof onderuit gehaald door bankiers, grootverdieners, en politieke opjutters. Die vermeende Nederlandse tolerantie lijkt maar een dun laagje beschaving op het pakket van ons eigen belang.
Het was op een middag in het najaar in de jaren 90. Ik kwam terug van mijn werk en ik zag voor ons huis een donkere man staan met twee fietsen. Ik had hem al vaker samen met een ander door de straat zien fietsen. Gasselte had toen een AZC. Toen ik dichterbij kwam, zag ik dat de ander in mijn tuin stond bij de appelboom. Hij had de boord van zijn trui omgeslagen en vol appels geladen. Mijn eerste gedachte was -in politietermen- een heterdaadje!
Terwijl ik uit de auto stapte, bedacht ik hoe ik dit moest aanpakken. Ik liep naar de man met de fietsen en keek hem aan. Ik vroeg of hij Nederlands sprak? Nee. Engels dan? Yes sir, zei hij. Ik wees naar de man in de tuin en vroeg: wie is dat en wat doet hij daar? That is my brother, zei hij en zweeg. Ik liep mijn tuin in naar de man bij de appelboom. Ik vroeg hem wat ie aan het doen was. Hij mompelde wat en wist zich duidelijk geen raad. Dus ik vroeg hem: zijn die appels van jou? No sir, zei hij. Nee, zei ik, want die zijn van mij!
Ik had op dat moment natuurlijk kunnen zeggen: krieg de rambam keerl! Maar ik vroeg: waarom doe je dit? Toen vertelde hij in vloeiend Engels dat hij bijna dagelijks door de straat fietste en zag hoe de appels steeds rijper en rijper werden. Hij had aangebeld, maar er was niemand thuis. En ze hadden geen geld om fruit te kopen en die appels leken zo lekker….
Ik dacht ondertussen na, wat ik moest doen of zeggen en ineens bedacht ik: hadden we vroeger in Drenthe niet een traditie die Appelrilling heette? Dat was net zoiets: Het appelrillen is verbonden met 1 november, Hilligendag (Allerheiligen). De appels of peren die dan nog aan de bomen hingen, mochten door anderen geplukt worden. Kwajongens deden dat stiekum en ook de armste mensen uit het dorp waarbij de eigenaar een oogje dichtkneep. Een mooie Drentse traditie.
Daar moest ik aan denken en ik zei: ik kan me voorstellen dat je trek krijgt als je die appels ziet. Maar nu pluk je ze zonder dat je gevraagd hebt. In Nederland hebben we allerlei gewoontes, regels en wetten en we zien dit als diefstal, begrijp je dat? Hij begreep het en keek naar zijn broer die er bij kwam staan.
Ik zei: het gaat mij niet om die paar appels. Maar weet je wat ik zo jammer vind: dat je niet hebt gewacht tot ik thuis was, en verteld hebt over dat jullie zo’n trek hadden in die appels. Dan had ik jou die appels namenlijk kunnen géven. Dan had ik kunnen laten zien dat ik een vriendelijk mens ben met een goed hart en dan waren we sámen gelukkig geweest. Je hebt ons beide die kans ontnomen en nu staan we tegenover elkaar. Ze keken beide naar de grond. We wisten intussen alle drie in welke les we zaten.
Ik zei: neem maar zoveel appels mee als je kunt dragen, ook voor anderen in het centrum. En vertel hun wat we hier met z’n drieën hebben meegemaakt. Vertel de mensen in het centrum dat er in Gasselte goede mensen wonen en dat ze welkom zijn, als ze onze gewoonten en regels maar begrijpen en respecteren! Ik haalde een tas op en hielp ze mee nog wat appels te plukken.
De weken daarna zwaaiden ze vriendelijk als ze weer eens langs fietsten. Ik dacht toen wel dat ik ze misschien wel wat erg moralistisch aangepakt had.
Op een dag waren ze er plotseling niet meer: verplaatst of misschien het land uitgezet door kille regelgeving. Maar ik hoop dat ze Nederlanders zijn geworden die een bijdrage leveren aan onze samenleving. Ze waren mensen van vlees en bloed, met hetzelfde gevoel voor goed en kwaad als ieder ander. Ze waren gevlucht uit Iran. De een was arts, de andere natuurkundige en beide hadden ze hun opleiding gehad in het westen….
Het is tijd dat we wat samen gaan doen. Nou gaat tegelijk met elkaar praten niet lukken, maar tegelijk met elkaar zingen dat kan wel! Muziek is hartstikke belangrijk in ons leven.
Muziek is emotie, daarom is de mens ook gaan zingen, als uiting van emotie. Een van de grootste denkers was de Griekse filosoof Plato: hij zei het zo:
Muziek is een mentaliteit
Zij geeft een ziel aan de wereld, vleugels aan de geest, kracht aan de verbeelding, charme aan droefheid, vreugde en leven aan alles op aard.
Zij ligt aan de oorsprong en is een deel van alles wat goed, waar en schoon is.
Daar past Ron Snippe goed bij! Hij is behalve geluidsman ook een fijn liedjeschrijver en een zeer goeie zanger en gitarist!
We gaan een oude gospel doen, die in Amerika bij veel gelegenheden -binnen en buiten de kerk- gezongen wordt. Het refrein is heel gemakkelijk.
Lied: I’ll fly away
(Tot besluit.)
De wereld staat niet stil, hier in het westen leven we gelukkig nog steeds in een tamelijk open en veilige samenleving. Wij krijgen steeds meer kennis en nieuwe inzichten door openheid in communicatie en sociale verhoudingen. Maar het maakt de mens ook bang en we sluiten ons af. Ons ego manifesteert zich veel sterker dan vroeger en is losgeraakt van het collectieve, het gemeenschappelijke, het vertrouwde en de essentie van de boodschap van Jezus Christus. Dus nu trekt Jannes volle zalen, Jezus maar af en toe. En ons aller verlosser is niet Jezus maar WiFi.
Misschien kunnen we de oorzaak van de leegloop vinden in de snel veranderende samenleving of in rituelen en ceremonies. Ze zijn oud en stammen uit een tijd waarin gezagsverhoudingen totaal verschilden met nu. Het is goed, zoals nu met de Preek van de leek, verder te kijken en te zoeken naar nieuwe mogelijkheden om het geloof in de huidige maatschappelijke context een plek te geven. De boel opfrissen kan geen kwaad. Want niets is blijvend, behalve de verandering.
Op je handen blijven zitten, lost niks op. We moeten aan de slag en blijven vernieuwen! Gister dat was gister, maor vandaog is vandaog!
Mag ik een voorzet geven? Misschien moet de kerk van Grolloo een dorpsapp maken, om op die manier een voorziening te hebben waarmee je met elkaar in verbinding staat. Een nieuw soort nutsvoorziening, net als water, gas en electra. Een dorpsapp die gebruikt word om allerlei levensvragen te kunnen stellen en te beantwoorden, en om op de hoogte te blijven van wat er zich in en buiten het dorp afspeelt. En ook om met elkaar van gedachten te wisselen over zaken die de dorpssamenleving treffen. Een dorpsapp die tegelijkertijd een marktplaats is, facebook en twitter. Geen vervanging van de kerk, maar een aanvulling op de bestaande diensten van de kerk. Een eigentijdse vorm van verbinding waar geen hoogdravende taal gebruikt wordt, maar de gewone taal van de bevolking.
De kerk blijft de plek waar je elkaar op gezette tijden persoonlijk treft. Net als het dorpshuis en het café. De kerk als een plek waar je in gezamelijkheid in een sfeer van eensgezindheid, volharding en liefde de zaken bespreekt die in de gemeenschap leven. Met die dorpsapp zie ik een nieuwe, verantwoordelijke en mooie rol voor de dominee: als een soort vertrouwelijke hoofdredacteur.
En als ik het dan over mijn geloof heb: Ik geloof dat een gemeenschap zoals die van Grolloo, die in de 19de eeuw in staat was zelf een kerk te stichten, ook vandaag in staat is een antwoord te vinden op de vraag die dominee Van Ruijtenberg in 1953 stelde: Waarom vinden we de kerkgang zo moeilijk?
De keus voor de Preek van de leek, is een moedig besluit en getuigt van vertrouwen. En ja: vertrouwen geven is vertrouwen krijgen!
Ik geloof ook rotsvast in bruggen bouwen in plaats van muren en hokjes. En weg met het al dan niet gelovige vingertje dat wijst op waar we van mening verschillen. We hebben meer overeenkomst dan verschillen. Dat vingertje bouwt muren die bruggen zouden moeten zijn. Bruggen brengen ons tot elkaar en dat is in het belang van de generaties die na ons komen. We moeten bouwen aan een betere wereld voor onze kinderen en kleinkinderen, zodat zij verder kunnen bouwen met hetgeen wij neergelegd hebben.
Ik geloof ook dat we na kunnen denken over de vraag welke wereld wij na willen laten aan de kinderen en kleinkinderen. Is dat een wereld die slechter is dan die wij aantroffen toen wij geboren werden, dan hebben wij het niet goed gedaan!
Ik geloof dat we in plaats van materialisme een andere inhoud en betekenis aan het leven kunnen geven. Waarin niet welvaart, maar welzijn het sleutelwoord is.
Ik geloof dat mens zijn meer aandacht mag krijgen, net als geluk en broederschap, voordat we kijken of iemand gelovig is of niet, of in welk vakje van het geloof hij thuishoort en of Jezus nu dit bedoelde of dat God wil dat we zus zijn of toch net even anders…
Ik geloof dat we saamhorigheid hard nodig hebben met alles wat op ons en onze kinderen afkomt. De gemeenschap van Grolloo heeft al vaker laten zien hoe het kan. Het is zo gemakkelijk en het geeft zoveel voldoening.
Ik geloof dat er geen verschil is tussen naar de kerk gaan of naar een concert gaan van een bekende rockartiest. Je kunt een parallel trekken met Jezus en zijn discipelen. We hoeven niet al zijn liedjes uit ons hoofd te kennen en ook hoeven we niet de hele levensgeschiedenis te kennen van zijn familie en die van zijn bandleden. Maar sjonge jonge, wat heb ik in de jaren 80 met 50.000 andere discipelen staan genieten en meebrullen in een bomvol Feyenoord Stadion bij een concert van Bruce Springsteen en zijn E-Street Band!
Ik geloof dat er wel muziek zit in een kerk als theater. Een kerk waar -christenen, andersgelovigen en ook niet gelovigen- elkaar kunnen treffen, met elkaar praten, filosoferen en vragen stellen, kwesties bespreken en vriendschap, voorspoed en tegenslag met elkaar delen en oplossen. Door gewoon mens te zijn en te vertellen: net als ik vanmorgen gedaan heb. Het gaat er niet om hóe je het doet, maar dát je het doet. Iedereen kan het.
Ik wens Grolloo een open kerk die middenin de hedendaagse samenleving staat en blijft staan, die altijd open is en waar iedereen, ongeacht zijn aard, ras, of religie zich veilig en thuis mag voelen. Een kerkgemeenschap die zich inzet voor een betere wereld, niet alleen voor onszelf, maar vooral voor de toekomst van onze kinderen. We moeten aan de slag!
Ik geloof dat wij dat kunnen!
Dank jullie wel!