logo pkn

PROTESTANTSE GEMEENTE GROLLOO/SCHOONLOO


Zondag Anders Grolloo

Preek van de leek.

Dirk Mulder
10 april 2016 NH Kerk Grolloo

Dirk MulderLogo Kamp WesterborkDirk Mulder - directeur/bestuurder Herinneringscentrum Kamp Westerbork

Het Herinneringscentrum Kamp Westerbork wil het voormalig kampterrein en de sporen in het landschap die herinneren aan de gelaagde geschiedenis van dat kamp, alsmede de collectie die het bronmateriaal over deze geschiedenis vertelt en illustreert in stand houden, beheren en op een hedendaagse manier presenteren aan een breed publiek. Op die manier draagt het Herinneringscentrum bij aan de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog in het algemeen en de holocaust in het bijzonder, waar reflectie, zingeving en historische verdieping onderdeel van uitmaken.

 


 

Preek van de leek

op: Zondagmorgen Anders Grollo
10 april 2016 Kerk van Grolloo

Is het niet de ultieme droom van een goed gereformeerd opgevoede jongen om eens de kansel te mogen bestijgen?
Dat dit mij nu gebeurt, is denk ik niet de beloning van een godvruchtig leven maar eerder gevolg van mijn bekendheid als directeur van het HcKW.
En als dat zo is –en laten we daarvan even uitgaan- dan krijg ik onmiddellijk signalen van binnen uit, resultanten van die opvoeding: ‘Pas op jongen, hier liggen ijdelheid en hoogmoed op de loer!’
Kortom, als je gewoon 30 jaar op dezelfde plek blijft zitten, dan kennen mensen je vanzelf!

De wereld waarin ik ben opgegroeid was een gereformeerde wereld. Synodaal welteverstaan. Want Art. 31 was bij ons thuis geen aanbeveling. De volgelingen van prof. Klaas Schilder waren dwalers. Ook mijn oom en tante, de enige zus van mijn vader. Desondanks kwamen ze bijelkaar over de vloer maar een gespreksonderwerp was taboe: de kerk, het geloof, en in het verlengde daarvan de politiek. Want daar had die kerkelijke scheuring midden in de oorlog evenzeer doorgewerkt: het GPV als afsplitsing van de ARP.

Het was een verzuilde wereld waaarin we leefden, zeker tot in de jaren zeventig van de vorige eeuw. De Gereformeerde kerk, het christelijk onderwijs, de Antirevolutionaire partij, Trouw als dagblad, het Christelijk Nationaal Vakverbond, de NCRV voor radio en tv, en zo waren er nog wel meer gereformeerde ordeningsprincipes waarin we leefden. En natuurlijk was de kruidenier en de bakker, die toen nog aan de deur kwamen, ook van onze kerk.
Overigens, bij de katholieken, de socialisten, de joden, het was er niet anders.

Misschien moeten we die tijd eens muzikaal naderbij brengen.
Organist Sietze Slob zal een zoals hij noemt ‘stevig gereformeerd orgelspel’ laten horen. Het betreft zijn bewerking van ……

muziek ‘Gereformeerd orgelspel’ door Sietze Stob
bewerking van Geef vrede Heer, geef vrede

Ja, dit zijn toch bekende kanken voor me. Die horen onlosmakelijk bij mijn kinder- en jeugdjaren.
Ze roepen herinneringen op maar ze behoren niet meer tot mijn huidige belevingswereld.
Hoezeer hier de tijd heeft huisgehouden blijkt misschien wel uit het feit dat alleen het CNV mij nog als lid heeft. Hier staat dus een kerkelijke afvallige voor u. Mijn kerkbezoek beperkt zich tot afscheidsdiensten van dierbaren en de nachtelijke kerstmis in de ….katholieke kerk in Overasselt!
Ik zou er destijds, toen mijn ouders nog leefden, hen er beslist geen plezier mee hebben gedaan. Maar ik waag te betwijfelen of dat nu nog zo zou zijn!
Wat ik wel weet is dat het Willeke’s 94-jarige moeder -nog altijd zeer katholiek- deugd doet. Ze steekt zelfs af en toe een kaarsje voor me op als ik weer aan het reizen ben. Ik heb thuis geleerd dat deze activiteit je reinste flauwekul is, ja sterker nog: in strijd met een fatsoenlijk godsgeloof.
Maar toch, ze zegt er mee: ’t Is toch wel n goeien jongen!’

Nee, van die Papen moesten wij als Cocksianen niets hebben: al die rare poespas in de kerk, dat vereren van de Heilige Maria of die paus die onfeilbare uitspraken zou kunnen doen, nee dat was ons een gruwel.
Dat deden de Gereformeerden wel anders. Een sobere kerkinrichting: met die katholieke flauwekul hadden we in de Beeldenstorm in 1566 al afgerekend!
Dat soort zaken werd ons wel bijgebracht tijdens de wekelijkse catechesatie en op de zondagse jeugdclub –ik mijn geval: JC Samuel II vers .. – en laat ik nou het vers zijn vergeten!

Zoals ook het jaarlijkse –of was het halfjaarlijkse?- huisbezoek van een ouderling en een diaken.
Met als doel om te bespreken of alle gezinsleden wel goed in de leer waren gebleven. En mocht er naar het oordeel van de kerkenraad –Sanhedrin, zei mijn oudste broer Bé altijd- toch wel iets op de levenswandel aan te merken viel, dat wil zeggen of ieder nog op het goede –en dat was het smalle pad- bevonden. En als dat niet het geval was, dan dienden er maatregelen te worden getroffen!
Ik herinner me nog altijd heel goed de impact die het op mij had toen de vriendin van de vriend van mijn broer Matty, zwanger bleek te zijn. Ongetrouwd en zwanger! Een schande was het! En in de kerk ten overstaan van de hele gemeente diende boete te worden gedaan.
Dit ervoer ik als strijdig met mijn gevoelens en denken. Wat was dit voor een kerk waar schuld en boete boven de liefde waren gesteld?
Ik had u hier Boudewijn de Groot – Elégie prénatale willen laten horen waarin exact mijn opvattingen en gevoelens verwoord.
Maar…
Dus alternatief….

muziek Boudewijn de Groot – Elégie prénatale
Bob Dylan – The times they are a changin

Het moge duidelijk zijn, ik ben een kind van de jaren zestig van de vorige eeuw. En die tijd waarin ‘the times they were a changin’ waren, zijn heel bepalend geweest voor mijn denken en doen. Natuurlijk geldt voor iedere generatie dat de periode van puberteit en adolosentie heel wezenlijk is voor wie hij of zijn wordt. Zeker. Maar, maar …. als die tijd zindert van veranderingen, vibreert van nieuwigheden, van echt hele grote veranderingen ten opzichte van de oudere generatie, ja dan is er sprake van meer dan alleen maar het gebruikelijke loskomen van de ouders.
Het was de tijd waarin vrijheid, flower power, love and peace werden gepredikt. Het leidde tot het losser worden, en vaak losmaken, van wat werd gevoeld als knellende banden: van de politiek, van maatschappelijke organisaties, van de kerk, van de ouders.

Heb ik mij dan als een Jan Wolkers of een Jan Siebelink losgevochten van de wereld waarin mijn ouders mij en mijn broers hebben grootgebracht?
Nee, van vechten is geen sprake geweest. En zeker ook niet van verketteren van het gedachtegoed van mijn vader en moeder. Of zelfs het inslaan van een volledig andere, tegengestelde weg als die van hen.
Ik zocht het in het verbinden van het evangelie met praktisch handelen, ook politiek vertaald. Daarin heeft de laatste fractievoorzitter van de ARP, Wim Aantjes een belangrijke rol gespeeld.
Beroemd is de rede die Aantjes hield tijdens het eerste CDA-congres, op 23 augustus 1975. In een gepassioneerde parafrase van de werken van barmhartigheid uit Mattheus 25 betoogde hij hoe het evangelie het richtsnoer van een christelijke sociale politiek zou kunnen zijn.
Deze zogenaamde Bergrede had niet het gewenste resultaat -niet de grondslag, maar het programma zou doorslaggevend zijn voor de politiek van het CDA- maar heeft mij sterk beinvloed.
Hij richtte de focus op de derde wereld en hekelde het persoonlijke en groepsegoisme van de gegoede burgerij, ook bij zijn eigen achterban. Aantjes wilde een morele en humane inzet van de politiek.

De gereformeerde wereld was een leerstellige wereld. De vrolijkheid van de Baptisten was aan ons niet besteed, evenmin als het carnaval en het zondagse kroegbezoek van de katholieken.
Studie en debat, daarmee werden wij in de wereld van Calvijn, Groen van Prinsterer en Abraham Kuyper ingewijd. Dat was beslist niet verkeerd: je leerde na te denken, de eigen gedachten te formuleren en ze ook te verdedigen.
Ik ben me dat eigenlijk pas goed bewust geworden toen ik op de lerarenopleiding in Groningen zat. Tot dan had ik alleen christelijk onderwijs gevolgd en was met andersdenkenden niet echt in aanrakng gekomen. Maar nu zat ik op een algemene, openbare onderwijsinstelling en kreeg discussies met leninisten en marxisten, waarvan ik me overigens bij velen afvroeg hoe bestendig hun gedachtengoed was.
Dat gold niet die oprechte sociaal-democraat die nog altijd mijn vriend is. Hein heeft mij laten zien dat je vanuit een geheel andere wereldbeschouwelijke invalshoek tot dezelfde maatschappelijke inzichten kunt komen, over hoe de samenleving en de wereld er hoort uit te zien. Zijn door zijn ouders bijgebrachte solidariteit verschilde niet zoveel van de mij geleerde naastenliefde.
Ja, kortgeleden betrapte ik hem zelfs op het gebruiken van een term die mij met de gereformeerde paplepel is gegeven: rentmeesterschap!. Ook met hem komt het nog goed, zullen we maar zeggen.

Maar ook mijn vriendin, schoonzus Atty, was toen een coach voor de zoekende die iedere adolescent is en hielp mij op weg naar volwassenheid. Zij gaf mij een boek als Alleen tegen allen van An Rutgers van der Loeff.
Ja, deze zoektocht ervaar ik in het volgende nummer.

muziek Animals – It’s my life
(alt) Donovan – Universal soldier

‘It’s my life and I’ll do what I want
It’s my mind and I’ll think what I want’
Hoewel dit nummer van The Animals uit 1965 gaat over een jongen die zijn eigen weg wil gaan en niet voortdurend op de huid gezeten wil worden door zijn geliefde, heeft dit nummer voor mij altijd een veel bredere betekenis gehad: ik wil de ruimte hebben om mijn eigen weg te kunnen gaan, ik wil niet hoeven denken en doen wat anderen willen dat ik moet denken!
Kortom, ik vond en vind dat het individu de autonomie nodig had om zichzelf te ontdekken en te ontplooien. Was dat niet de opdracht van ieder: de eigen talenten te ontdekken en deze in te zetten ten behoeve van de medemens? Niet uit egoistisch eigenbelang, die altijd ten koste van de ander gaat, maar juist om de wereld beter te maken.

Collecte t.b.v. St. Vluchteling
Muziek door Sietze Stob - Het Joodse lied Halleluja

Met zowel de besteding van de collecte als het door de oraganist gespeelde kom ik bij mijn huidige werk. Maar ook bij dee vraag die u ongetwijfeld hebt: waarom is er geen Bijbellezing?
Een preek dient immers als een uitleg van een tekst, en dat op een wijze dat we er geestelijk weer een week tegenaan kunnen.
Nu kan ik flauw doen en zeggen dat deze Bijbel die ik op mijn 12-jarige verjaardag van mijn ouders kreeg niet meer geschikt is om te lezen door een 63-karige vanwege de wel hele kleine letters.
Nee, dat is het niet, het is in eerste instantie de worsteling welke tekst ik zou kiezen. Ik twijfelde tussen Prediker die zo goed onder woorden heeft gebracht dat het allemaal nou ook weer niet zo veel voorstelt wat we doen. Dat houdt je niet alleen nederig maar ook leert je ook onze arbeid te relativeren.
Of zou ik het verhaal van de Barmhartige Samaritaan nemen, zo goed passend bij het doel van de collecte.
Of moest het toch de Bergrede worden . u weet wel die leefregels die Jezus zijn apostelen leerde, en die door Wim Aantjes naar de praktische politiek waren vertaald.

In deze worsteling kwam het bericht van het overlijden van Jules Schelvis. En het daarop volgende verzoek om bij zijn crematie te spreken.
En dat bracht mij op een thema dat niet alleen refereert aan mijn leren in de kerk maar een vraag is die zo wezenlijk is in mijn werk. Het is de vraag naar de predestinatie versus de vrije wil. Is het leven bij de geboorte al voorbestemd, al geheel bepaald door God of hebben we als mens daarin een grote mate van keuzevrijheid?

Alleen waar vond ik in de Bijbel een geschikte tekst? Ik meende dat deze eenvoudige vraag wel door dominee Gerhard ter Beeke kon worden beantwoord. Nou, het bleek dat ik vroeger toch onvoldoende had opgelet want nergens in de Bijbel zo leerde Gerhard mij staat het begrip prredestinatie.
Waar het wel over gaat is de soevereiniteit van God en over uitverkoren volken. Volken, en niet individuele mensen!
In een leerzaam gesprek met hem kwamen de enkelvoudige voorbeschikking van Luther en de dubbele van Calvijn voorbij, het zo belangrijke begrip Genade de kruisiging van Christus en de daarop volgende voorspelling dat het bloed van de Joden zou vloeien.boeiend gesprek.
En zo sta ik hier voor u zonder tekst en met meer vragen dan antwoorden.

Maar het was ook weer een zoektocht in mijzelf en de conclusie daaruit dat mijn werk, of beter de thematiek ervan me heeft laten zien en onderkennen waarom ik zo op die genoemde autonomie, waarover ik heb gesproken, was gericht.

Waarom wordt de een dader en de ander verzetsman?
Of de een pacifist en de ander soldaat?

muziek Freek de Jonge – Vrede (Srebrenica)

Beiden streden voor een betere wereld, zowel de pacifist als de soldaat.
En ondanks dat hebben ze geen van beide Srebrenica kunnen voorkomen!

De Joods-Amerikaanse historicus Raul Hilberg stelde: ‘Als je de Holocaust wilt begrijpen, dan moet je niet de Joden, de slachtoffers bestuderen maar de Duitsers, de daders.’
Hoe is een genocide als de Holocaust mogelijk? Of welke andere massamoord dan ook.
Als er een God is, waarom laat hij zoiets toe?
Of is Auschwitz juist het bewijs dat God helemaal niet bestaat?

Of is het zo dat –of er nu wel of geen God is- dat de Holocaust in wezen buiten de geschiedenis staat? Een unicum, het werk van enkele demonen?
Lange tijd is deze geruststellende verklaring aangehouden. Ja, geruststellend!

Nee, het kwaad is banaal zoals Hannah Arendt ons duidelijk heeft gemaakt: gewone mensen die in staat waren tot de meest verschrikkelijke dingen. Alleen, ze vonden zelf van niet!
Het waren de Schreibtischmörder, de ambtenaren die vanachter hun bureau ervoor zorgden dat er een genocide plaatsvond.

Een van de (2) factoren die maakt dat mensen niet meegaan in een proces dat kan leiden tot moord, in dit geval massamoord, is de aanwezigheid van psychische autonomie. Of om het eenvoudiger te zeggen: ‘Dat doe je niet!’
Deze kennis ontleen ik aan wellicht het belangrijkste boek over de vraag hoe het mogelijk was dat het zo ver kon komen dat er een massamoord op ongekende schaal in Europa heeft plaatsgevonden in de oorlog. Het betreft: Harold Welzer – Daders. Hoe heel normale mensen massamoordenaars worden (Amsterdam 2006).
Hij stelt als conclusie in zijn studie dat het schijnt dat de eigenschap van autonomie inderdaad als enige de verlokking in de weg kan staan om zonder eigen verantwoordelijkheid deel uit te maken van een moorddadig proces.’

Waar hebben we het dan over? Wat is dan die autonomie?
Dat is dat je de moed hebt om ‘de eerste stap’, zoals Abel Herzberg dit noemt, niet neemt.
Als je de eerste stap niet zet, en dat is de grootste barriere, dan zul je nooit de laatste maken.
Maar doe je dat wel, dan zijn de volgende aanmerkelijk minder moeilijk.
Het tegengestelde geldt evenzeer: ‘Alleen de eerste daad is een heldendaad. De rest is routine.’, aldus een verzetsman.

Het staat ver van ons af, dit soort omstandigheden. Maar in de kern zijn ze van alledag en kunnen ze tot geheel verschillende levenslopen leiden.

Natuurlijk, zo denken we vaak, als het er op aan komt, dan kiezen we vanzelf de juiste weg!
Maar dat is wel het smalle pad dat de Bijbel ons beschrijft.

muziek Rolling Stones – Sympathy for the devil
(alt) Claudia de Breij – Mag ik dan bij jou

Het verraderlijke is dat we, in beide gevallen - meegaan of verzet - bij het overschrijden van die eerste grens de laatste volstrekt onaanvaardbaar vinden en onszelf nooit in staat achten dat te doen.
En daarmee kunnen we afrekenen met de gedachte dat de nazi’s, de SS’ers lieden waren, demonen die buiten de mensheid en de geschiedenis stonden!

Een nieuw inzicht in het begrijpen van het menselijk gedrag, van nazi’s, van SSérs, van (maar dat is van later) Duitsers.
Later bevestigd in vele proeven.
Waarin ook duidfelijk werd dat zovelen aan de zijlijn bleven staan. Accomodeerden, zoals Kossmann dat noemde. Wegkeken.

Een nieuw inzicht voor historici maar wisten wij als gereformeerden al niet eeuwen dat de mens geneigd is tot het kwade?

Louis de Wijze

“Als in de kleerkast opentrek, hangen en liggen er nog heel wat kledingstukken. Ook een prachtig gala-uniform is achtergebleven, kraakhelder en keurig gestreken. De chirurg heeft kennelijk ook een hoge militaire functie gehad. Aan het kleerhangertje trek ik het uniform uit de kast en houd het voor mijn lichaam.
Een vreemd verlangen welt in mij omhoog: het is zo sterk, dat ik er geen weerstand aan kan bieden. Ik pak uit de kast schone sokken, ondergoed, een overhemd, glimmend gepoetste schoenen en de uniformpet en begin mij dan om te kleden. Een paar minuten later staar ik in de manshoge spiegel aan de binnenkant van de kastdeur naar een absolute en complete gedaanteverwisseling. Er staat een arrogant kijkende Duitser voor me, met opgeheven kin, rechte rug, de pet ietwat nonchalant schuin op het hoofd. Ik draai me om en been met afgemeten passen een paar maal door de kamer. Het is alsof ik opeens een heel stuk ben gegroeid en oneindig sterker geworden. Ik voel bevelen in mij opkomen, harde metalen woorden die anderen tot beweging en gehoorzaamheid moeten aanzetten. Met de hakken klakkend kom ik weer tot stilstand bij de spiegel. Nog even blijf ik kijken naar die imponerende jonge officier tegenover mij. Als ik nou eens zó de deur uit zou lopen, de tuin door naar het hoofdgebouw… wat zouden ze dan schrikken!
Langzaam zet ik mijn pet af. Er verschijnt een magere kop met kort haar, overlangs een duidelijk zichtbare strook korte stekeltjes… Beschaamd berg ik het uniform weer in de kast en zoek wat goed passende burgerkleren uit.
Nog een tijd lang blijft het superieure gevoel dat mij tijdens de gedaanteverwisseling beving, bij me hangen. Het is tegelijkertijd een behaaglijk en een beangstigend gevoel. Maar het laat vragen achter over de grenzen tussen beulen en slachtoffers, over de mens, over mij…”

muziek Cuby – Low country blues

‘Low country blues/ low vcountry men,
There’s something about it/ I can’t understand’

Individuele verantwoordelijkheid

Slot

Collecte bij de deur voor de bestrijding van de normale kosten die nu eenmaal bij een kerkelijke gemeente horen: van onderhoud kerkgebouw tot salaris predikant. De pastoor van Overasselt zegt daar dan bij: geeft allen met ruim hart’.

Ik wens jullie allen Gods zegen toe!

 

Voor alle foto's, gemaakt tijdens deze dienst, ga je naar het fotoalbum.